Menu

Vereniging Dorpsbelangen Schipborg

Watersysteemplan 'Drentsche Aa'

Op 1 oktober 2007 heeft het Waterschap Hunze en Aa's in de Bergerswoldhoeve te Veendam de watersysteemplannen gepresenteerd voor hun beheersgebied. Het Watersysteemplan 'Drentsche Aa' was één van deze watersysteemplannen.


Stuw in Zeegserloopje zuid van Zeegse: een voor vissen volstrekt onneembare hindernis!


















Geplaatst op 30/10/2007

Watersysteemplan 'Drentsche Aa'
Doel van het Watersysteemplan 'Drentsche Aa' is aan te geven hoe, op korte termijn (2015) en op langere termijn (2050), om te gaan met het watersysteem van de Drentsche Aa. Achtergrond zijn de maatregelen voor de Europese Kaderrichtlijn Water en de daaraan gekoppelde maatregelen voor het Waterbeheer 21e eeuw.
Om voldoende draagvlak te verkrijgen is het watersysteemplan opgesteld in overleg met alle betrokkenen bij het waterbeheer van de Drentsche Aa. Het gaat dan om diverse provinciale en gemeentelijke overheden, Staatsbosbeheer, LTO Noord, het Recreatieschap, alsmede dorpsverenigingen en boermarken uit het gebied.
Centraal staat het vaststellen van tekortkomingen in het huidige waterbeheer en het aangeven van maatregelen om deze tekortkomingen in de toekomst op te kunnen heffen. Het gaat in principe om wateroverlast, watertekorten en waterkwaliteit.

Beleid vorige eeuw
In de vorige eeuw is het stroomgebied van de Drentsche Aa door ruilverkavelingen, het rechttrekken van beektrajecten, het graven van diepe sloten en het opruimen van houtwallen en singels, geschikter gemaakt voor de landbouw. Het grondwaterpeil daalde daardoor en het stroomgebied werd veel droger. Via een verdeelwerk bij Loon werden topafvoeren uit het westelijk deel van het stroomgebied van de Drentsche Aa rechtstreeks afgeleid naar het Noord-Willemskanaal.
Om de waterkwaliteit te verbeteren zijn in dezelfde tijd in het stroomgebied van de Drentsche Aa diverse rioolwaterzuiveringsinstallaties aangelegd. Ook het afvalwater daarvan werd losgekoppeld van de Drentsche Aa. De hieruit voorvloeiende verbetering van de waterkwaliteit van de Drentsche Aa was vooral gericht op het veiligstellen van de drinkwaterwinning voor Groningen bij De Punt.
De grote wateroverlast in 1998, toen de boezem van het beheergebied van het Waterschap Hunze en Aa's de extreme hoeveelheden water niet meer kon verwerken, toonde de beperkingen aan van het beleid van de versnelde afvoer van overtollig water uit het stroomgebied van de Drentsche Aa. Ook het negatieve effect
van de verdroging op de natuur was toen al voor iedereen goed zichtbaar geworden.

Beleid 2015
Om herhaling van de wateroverlast van 1998 te voorkomen is besloten de kaden langs de boezemgebieden te verhogen, zoals langs het Noord-Willemskanaal en het Hoornse Diep. Voor een veiligheid uitgaande van een eens in de honderd jaar te verwachten extreme regenval, zullen hiervoor tot 2015 ongeveer 200 km kaden moeten worden verhoogd. Daarnaast worden bepaalde polders (Lappenvoort, De Oosterland) ingericht als bergingsgebied, om tijdens extreem hoog water, gemiddeld eens in de 25 jaar, onder water te kunnen worden gezet.
Voor het tegengaan van verdroging is gekozen voor een beleid van vasthouden, bergen en dàn pas afvoeren van water. Deze beleidsomslag vermindert niet alleen de wateroverlast stroomafwaarts, maar gaat ook watertekorten in het stroomgebied van de Drentsche Aa in drogere perioden tegen. Het nieuwe beleid betekent natuurlijk wel, dat het grondwaterpeil weer zal gaan stijgen. Dat de met de eerdere daling van het grondwaterpeil gediende landbouw daar niet blij mee is, laat zich denken!

Effecten klimaatverandering
In de periode tot 2050 wordt een stijging van de temperatuur verwacht. Daardoor zullen regenval en verdamping toenemen. Gemiddeld zullen de hoeveelheden water die vastgehouden moeten worden in principe niet veel veranderen. Ook het aantal regendagen zal ongeveer gelijk blijven. De hoeveelheden neerslag per regendag zullen echter wel aanzienlijk kunnen toenemen, met extremere wateroverschotten dan in het verleden als resultaat.
Waar toenemende regenval tot extremere wateroverlast kan leiden, zal een met de temperatuur toenemende verdamping in drogere perioden juist tot extremere verdroging van het stroomgebied van de Drentsche Aa kunnen leiden. Ook om dergelijke extreem drogere perioden zonder al te veel schade voor landbouw en natuur te kunnen overbruggen, zal in de nattere perioden dus zoveel mogelijk water vastgehouden moeten worden.

Wateroverlast 2050
In het stroomgebied van de Drentsche Aa zullen de te verwachten extra hoeveelheden neerslag niet meer direct benedenstrooms mogen worden afgevoerd. Met het inrichten van bergingspolders en vasthoudbekkens, het herstel van meanders, de verondieping van beekprofielen en het benutten van natuurlijke laagten, wordt verwacht in 2050 zonder problemen aan deze wateropgave te kunnen voldoen.
Regelmatig onder water lopen zal beperkt blijven tot de laaggelegen delen van het beekdal, die de functie natuur wordt toebedacht en waar ook voldoende ruimte is voor dat water. Op plaatsen in het beekdal waar nu nog sprake is van landbouw zal er naar gestreefd worden ook deze gronden uiteindelijk in te richten als natuurgebieden. Knelpunten zijn er in dit opzicht bijvoorbeeld te vinden rondom het Amerdiep.
Ook stedelijke gebieden zullen de te verwachten extra hoeveelheden neerslag zelf moeten vasthouden.
Hoe groter het verharde oppervlak, hoe groter de hoeveelheid water die zal moeten worden vastgehouden. Bij het voldoen aan deze wateropgave gaat het om het opvangen van regenwater in afzonderlijke poreuze rioolwatersystemen, die in extreme situaties kunnen afwateren op reeds aanwezige of nog in te richten open waterpartijen binnen de bebouwde kom of daarbuiten.

Watertekorten 2050
Op dit moment is ruim 5% van het stroomgebied van de Drentsche Aa sterk verdroogd. Oorzaak van de verdroging kan plaatselijk de winning van grondwater zijn (Assen, De Punt), maar de belangrijkste factor is op dit moment nog steeds de ontwatering van de plateaus rondom de beekdalen ten behoeve van de landbouw. Samen met het meestal ontbreken van een gescheiden opvang van regenwater in de stedelijke gebieden, wordt de infiltratie van regenwater naar het grondwater hierdoor sterk verminderd. Om deze
ontwatering tegen te gaan zouden de indertijd voor een betere ontwatering gegraven waterlopen en drainagesystemen weer moeten verdwijnen. De daardoor gestegen grondwaterstand zal, door een verhoogde toevoer van kwelwater, de verdroging in het stroomgebied van de Drentsche Aa sterk kunnen verminderen. Dit dan uiteraard vooral ten voordele van de natuur.
Door langere droge perioden zal in de toekomst vaker en meer sprake kunnen zijn van watertekorten. Droogte zal vooral in de landbouwgebieden op de hogere gronden problemen opleveren. Watertoevoer in deze gebieden is geen praktische mogelijkheid, terwijl het langer vasthouden van water maar in beperkte mate soelaas kan bieden. Beregening vanuit het grondwater zal, met het oog op de gewenste stijging van de grondwaterstand, moeilijk zijn. Het stroomgebied van de Drentsche Aa is immers aangewezen als Natura 2000 gebied. In het daarvoor op te stellen beheersplan zal een stijging van de grondwaterstand zeker een belangrijke plaats gaan innemen!

Waterkwaliteit 2050
Voor de Drentsche Aa wordt in 2050 gedacht aan een stromende en meanderende laaglandbeek, met helder en zuurstofrijk water, waarin gevoelige beekorganismen kunnen overleven. Het watersysteem moet van bron tot monding vrij passeerbaar zijn voor vissen. Beheer en onderhoud zullen zijn afgestemd op de natuur. Er is in dit ideaalbeeld geen inlaat van gebiedsvreemd water.
Op dit moment het beeksysteem door een groot aantal stuwen zeker niet overal passeerbaar voor vissen. Sterker nog: voor het beter vasthouden van water is tot 2050 zelfs sprake van een flinke uitbreiding van stuwen in de bovenstroomse delen van de Drentsche Aa. Het gaat dan om het soort stuwen, zoals die nu bijvoorbeeld in het Zeegserloopje zijn te vinden. Ook het verdeelwerk bij Loon zal de vispassage blijven hinderen.
Ook over de waterkwaliteit kunnen geen al te hoge verwachtingen worden gekoesterd: voor het gemiddelde zuurstofgehalte in 2015 wordt uitgegaan van minder dan 70% van de verzadigingswaarde en ook de gehalten aan bestrijdingsmiddelen en meststoffen nemen nauwelijks verder af.

Maatregelenprogramma tot 2015
In totaal wordt voor het maatregelenprogramma tot 2015 in het Watersysteemplan 'Drentsche Aa' EUR 24.412.500 uitgetrokken, waarvan EUR 5.174.000 voor rekening van het Waterschap Hunze en Aa's. Van dit bedrag gaat ruim 40% naar de inrichting van het Rolderdiep, 25% naar verdrogingsbestijding in het stroomgebied van de Drentsche Aa en ruim 10% naar het verhogen van kaden rond de boezemwateren. Ook de resterende 25% gaat voor het merendeel naar inrichtingswerkzaamheden.
Voor de verbetering van de waterkwaliteit is een bedrag van EUR 200.000 uitgetrokken: de sanering van een riooloverstort bij Eelde. Aanpassing van het rioleringsstelsels aan de basisinspanning (de norm voor de belasting van oppervlaktewater) en afkoppeling van hemelwater (overstortproblematiek, optimalisatie rioolwaterzuivering) blijft een zaak voor de betreffende gemeenten.
Paul Hagel

« Bruine Bonen, Snert & Ballen Toernooi 27 oktober 2007 - 19e Openbare vergadering Overlegorgaan NBEL »