Menu

Vereniging Dorpsbelangen Schipborg

Plaats landbouw in bestemmingsplan 'Buitengebied'

De gemeente Aa en Hunze stelt op korte termijn een bestemmingsplan 'Buitengebied Aa en Hunze' vast. In dit buitengebied speelt de landbouw een zeer belangrijke rol: 19.000 van de 27.000 hectare is in gebruik als landbouwgrond. De gemeente Aa en Hunze zal bij het vaststellen van een bestemmingsplan voor dit gebied dus een duidelijke visie moeten hebben over deze landbouw. Op 30 mei 2007 heeft de Themacommissie Landbouwbeleid van de Raad hiertoe de opstelling van een gemeentelijke landbouwvisie afgerond. De inhoud van deze landbouwvisie zal vertaald worden naar gemeentelijk beleid, in het bijzonder ten aanzien van de plaats van de landbouw in het vast te stellen bestemmingsplan 'Buitengebied Aa en Hunze'.

1. Een integrale visie
Vastgesteld kan worden dat de landbouw alleen een maatschappelijk perspectief heeft in een integrale samenhang. Het platteland is niet uitsluitend het domein meer van de landbouw, maar zal ook ruimte moeten bieden aan functies als wonen, natuur, water, recreatie en toerisme. Als bij beslissingen over de landbouw de effecten op andere gebiedsfuncties niet worden meegenomen, dan gaat het zeker mis! Een dergelijke integrale aanpak vereist een plattelandsvisie, waarin het gehele overheidsbeleid ten aanzien van het platteland staat en waarin ook de landbouw een plaats heeft.








Geplaatst op 08/06/2007

2. Schaalvergroting in de landbouw
Net als in de rest van Nederland daalt ook het aantal officieel geregistreerde landbouwbedrijven in de gemeente Aa en Hunze zeer snel. Globaal is er elke 25 jaar sprake van een halvering van het aantal landbouwbedrijven! In 1980 waren er bijvoorbeeld nog een kleine 700 in de gemeente Aa en Hunze, een aantal dat in 2005 was teruggelopen tot iets meer dan 300. En de daling zal onverminderd doorgaan: van de thans in de gemeente Aa en Hunze aanwezige landbouwbedrijven behoren er nog zeker 200 tot de kleinere bedrijven.

Het oppervlak dat in gebruik is als landbouwgrond daalt in Nederland en ook in de gemeente Aa en Hunze naar verhouding weinig. De overblijvende bedrijven worden blijkbaar steeds groter: een op efficiëntie en kostenbesparing gerichte schaalvergroting. Voor deze schaalvergroting gaat globaal 90% van de grond van stoppers naar blijvers, de resterende 10% krijgt een andere bestemming.
Schaalvergroting in de landbouw is een uitermate dynamisch proces, leidende tot steeds grotere bedrijven, die steeds hogere eisen stellen aan het ondernemerschap van de eigenaars. Een probleem daarbij is dat de landbouw streeft naar verdergaande schaalvergroting, waar de overheid meer inzet op verbreding, dat wil zeggen het oppakken van activiteiten die geen verband meer houden met de voedselproductie.

3. Het landschap
De voortgaande afname van het aantal landbouwbedrijven en de daarmee samenhangende schaalvergroting zal het aanzicht van het platteland ingrijpend veranderen. Er ontstaan moderne steeds grootschaliger landschappen. Daarbij moet bedacht worden dat het bestaansrecht van het huidige landschap is gebaseerd op de landbouw. Tenzij Nederland wordt veranderd in een openluchtmuseum, zou historisch gezien de landbouw de mogelijkheid moeten kunnen behouden om het platteland vorm te blijven geven. Ook deze vorm van in stand houden van het cultuurlandschap heeft daarmee een duidelijk publiek belang!
Hoe dan ook, de ontwikkeling en het beheer van het landschap is gebaat bij continuïteit. Continuïteit in het omgaan met wonen, natuur, landbouw, water en recreatie. De overheid heeft hierin een taak als hoeder van de publieke ruimte: de borging van de kwaliteit van het landschap. Als de overheid komt met een duidelijke visie op het landschap, dan zal de landbouw met passende invullingen kunnen komen.

4. Bio-energie
In de landbouwvisie maakt de gemeente Aa en Hunze zich sterk voor teelten gericht op de productie van biobrandstoffen. In principe bieden brandstoffen op basis van biomassaverwerking mogelijkheden voor grootschalige landbouw. Hierbij speelt mee, dat de activiteit dichtbij het ondernemersgevoel van de landbouwers ligt. Vergisting, verbranding en vergassing van biomassa kunnen allen mogelijkheden bieden voor een duurzamer energieproductie, zij het dat op dit moment subsidies daarbij nog een te belangrijke rol spelen. De potentie voor biomassaverwerking in de gemeente Aa en Hunze wordt echter onverkort enorm groot geacht.
Het mogelijk willen maken van de productie van bio-energie als agrarische bedrijfstak heeft wel aanzienlijke ruimtelijke gevolgen, bijvoorbeeld als het gaat om de inpassing van vergistingsinstallaties. Dergelijke gevolgen moeten wel van het begin af aan duidelijk in het bestemmingsplan worden meegenomen. Nu moet daar echt op ingespeeld worden, door daarvoor op lange termijn de mogelijkheden te bieden.

5. Het bestemmingsplan
Een door de gemeente op te stellen bestemmingsplan voor het buitengebied zal veel verder gaan dan ruimte bieden aan gewenste ontwikkelingen en geen ruimte voor ongewenste. Het probleem is echter, dat veel gewenste ontwikkelingen door hun innovatieve karakter op voorhand niet te voorspellen zijn. Een uitweg kan zijn om in het bestemmingsplan te bepalen, dat ruimtelijke ontwikkelingen alleen zijn toegestaan wanneer die leiden tot verbetering van de omgevingskwaliteit, de kwaliteit van het landschap dus. Binnen de gemeente gaat het daarbij om vier landschapstypen:
• Het beeklandschap Drentsche Aa;
• De ontginningen;
• Het Hunzedal;
• De Veenkoloniën.
De landbouw zal het beste uit de voeten kunnen in de Veenkoloniën, in mindere mate in de ontginningen. In het Hunzedal en het beeklandschap Drentsche Aa is de natuur de dominante factor. In het bestemmingsplan 'Buitengebied Aa en Hunze' zullen dergelijke verschillen ten aanzien van de landbouw duidelijk tot uitdrukking moeten komen. Het gaat er dan om duidelijk te maken wat de mogelijkheden zijn in het ene of het ander gebied. Het bestemmingsplan richt zich daarbij niet op het opwerpen van drempels, maar op het zoeken naar mogelijkheden.

De verschillen in het landschap en de daaraan verbonden kansen en bedreigingen maken dat de ontwikkelingsmogelijkheden voor de landbouw per gebied sterk kunnen verschillen. Hierop kan in het bestemmingsplan worden ingespeeld door per gebied te kiezen voor ontwikkelingen, conservering of een mengvorm daarvan. In het nationale landschap Drentsche Aa bijvoorbeeld is gekozen voor een dergelijke mengvorm: 'behoud door ontwikkeling'.

« Palmpasen Schipborg op 1 april 2007 - Rommelmarkt Schipborg op 23 juni 2007 groot succes! »