Menu

Vereniging Dorpsbelangen Schipborg

Het Schipborgerzand

Ligging en kenmerken
Het Schipborgerzand treffen we aan tussen de Borgweg, Ruiterweg en camping de Vledders. Het is een fraai gebiedje dat deels in bezit is van Staatsbosbeheer (SBB) en deels in bezit van particulieren. Betonnen paaltjes markeren bepaalde oude grenzen. Het voorste deel direct grenzend aan de Borgweg en Heidesteeg is grotendeels van SBB en nog een deel richting de camping. Er komen veel wandelaars in dit stukje vanuit Schipborg en Zuidlaren. De laatste jaren is er een toenemende recreatiedruk. Het is een stukje natuur dicht bij de bebouwing waarvan we heerlijk kunnen genieten. We treffen er grofweg vijf karakteristieke leefgebiedjes aan:
- stuifzand
- heide en gras
- bos
- natte grasveldjes
- moeras.
De vijf biotopen hebben hun eigen bekoring en natuurwaarde. Een werkgroep vrijwilligers van Staatsbosbeheer (SBB) helpt bij het beheer van dit gebied.
De vrijwilligers wonen vrijwel allemaal in Schipborg. Geregeld werkt de groep op zaterdagmorgen in dit gebied, voornamelijk in de winterperiode.

Doel
Het behoud van de verschillende biotopen en het vergroten van de biodiversiteit. Dit stuk beschrijft het beheer van deze biotopen en de bedoeling daarvan.
Hierbij gaat het over het deel dat eigendom is van SBB. De particulieren kunnen wellicht wel aansluiten bij dit beheer, maar dat is aan hen. Particulieren werken eventueel samen met Landschapsbeheer Drenthe. SBB en Landschapsbeheer Drenthe werken hier deels samen en sommige vrijwilligers werken voor beide organisaties.

Stuifzand
Aan de noordoostkant ligt een prachtig stukje stuifzand met fraaie vliegdennen en krentenboompjes. Het zand kan hier nog een beetje stuiven, maar door de omringende begroeiing en de kleinschaligheid niet zo sterk. Op het zand is nauwelijks begroeiing en het heeft een eigen microklimaat met het daarbij behorende insectenleven.
De mensen genieten van dit kleine stukje. Er worden kinderfeestjes gehouden, gezinnen vermaken zich er, anderen zitten gewoon heerlijk aan de rand te genieten.



Zandverstuiving voorjaar 2015

Enige jaren geleden zijn er een aantal grove dennen gekapt om de openheid te behouden en te accentueren. De begroeiing langs de rand en onder de dennen- en krentenboompjes moet steeds verwijderd worden, zodat het zand niet wordt overwoekerd. Handmatig is dit door de werkgroep goed te doen. De voorkeur gaat uit naar het verwijderen met wortel en al. De karakteristieke grove dennen blijven staan, evenals een aantal groepen krent langs de rand, een enkele berk en de brem. Meer brem langs de randen verhoogt de natuurwaarde van dit stukje. Schapen eten de brem graag op en daarom is het wenselijk dat de herder de bremgroepen zo mogelijk afschermt als de schapen er tijdelijk staan. Het is fijn als die biotoop zo in stand blijft.

Geplaatst op 06/11/2015

De heide en gras

De heide heeft zo weer z'n eigen bekoring. Alle opslag moet ook daar bestreden worden. Een aantal jaar geleden is de werkgroep daarmee begonnen, want het gebied groeide helemaal dicht met allerlei boomsoorten. Veel werk is gedaan met de hand en in een later stadium ook met de bosmaaier. Het effect is heel positief, want we zien duidelijk herstel van de heide. Ook de schapen leveren hier hun bijdrage bij het herstel. Het beheer met schapen stimuleert de verjonging van heide en vermindert de opslag van andere struiken. Vergrassing willen we voorkomen en daarom staan de schapen maar kort op een deel van de hei. Als ze er te lang staan vervilt de bodem en daar kan de heide niet tegen en treedt vergrassing op. De begrazing vindt dus extensief plaats. Enkele groepen krent, een enkele berk en wat vuilboom en lijsterbes kunnen in de hei blijven staan. Vuilboom is bijvoorbeeld een waardplant voor de citroenvlinder. De rupsen eten er dus van. Brem willen we ook hier behouden. De meeste grove dennen die er nu nog staan kunnen blijven. Een enkele jonge grove den laten we groeien om op termijn een oudere te vervangen.



Bloeiende heide augustus 2015

De natuur zelf zorgt wellicht ook voor minder dennen: sneeuwval en storm eens in de zoveel jaar. De Amerikaanse vogelkers en andere opslag worden vanaf eind juli tot maart bestreden. Het loof wordt afgevoerd richting rillen aan de bosrand. Het is niet wenselijk dat er nog meer paden komen door de heide. Op sommige paadjes worden grote takken gelegd om het gebruik ervan te ontmoedigen. Delen van de hei kunnen geplagd worden. Rond de Jeneverbes is daarmee begonnen in de winter van '13-'14 en dat blijkt te werken. Uitbreiding van dergelijke plagveldjes is gewenst. Het plaggen moet niet te diep, aangezien er dan steeds meer zandplekken komen en de heide verdwijnt.
Een enkele kleine zand plek is wellicht goed voor de hagedissenstand, welke de afgelopen 10 jaar sterk achteruit is gegaan. De plaggen worden afgevoerd naar de rand van de heide en nabij de bosrand gestapeld. Amfibieën en reptielen houden van dergelijke schuilplaatsen. Wellicht dat er ook machinaal geplagd wordt in de toekomst.



Jeneverbes met daarvoor een geplagd stukje met jonge heide

Het bos
Het bos blijft bos. De beslotenheid van het bos nabij de openheid van zand en heide maken dit kleine stukje waardevol. Bomen en struiken in diverse leeftijdsstadia vinden er hun plaats. Vogelkers wordt bestreden in verband met de sterke uitzaaiing naar de open gebieden en de bosranden. Daarom worden grote vogelkersbomen geringd zodat ze afsterven of soms geheel omgezaagd als er genoeg andere boomsoorten onder staan met toekomst. Kleine vogelkers wordt zo mogelijk gerooid. Alle andere soorten, zoals de lijsterbes, berk, beuk, eik, hulst, taxus en vuilboom kunnen blijven staan. Een dichte onder begroeiing is hier wenselijk en natuurlijk. Wild vindt er toch nog dekking. Als er te veel boomsoorten weggesnoeid worden, gaat het gebied bovendien steeds meer 'verbramen'. Dat zal stoppen als er minder licht op de bodem komt. Een dichte begroeiing is ook wenselijk gezien de loslopende honden. Er is nu sprake van een gemengd bos met overwegend loofhout van verschillende leeftijden. Dat willen we zo houden.



Bosrand

Het sprokkelhout wordt niet afgevoerd, maar in rillen gelegd of losjes verspreid. Ook dat heeft waarde voor de dieren, vogels, schimmels e.d. Op termijn zal de hoeveelheid hout voor de rillen afnemen en zullen de rillen minder aanwezig zijn. Afgelopen jaren is er een inhaalslag gemaakt. De schapen willen we niet in het bos laten grazen. Zij vreten ook gewenste soorten weg, zoals bovengenoemde boom- en struiksoorten en ook de varens, bochtige smele en andere soorten welke in een gezond bosbiotoop thuis horen. Langs de randen komen overgangsstroken, waar de onderbegroeiing afhankelijk van het werk van de schapen wordt gedund, zodat het bos zich niet uitbreidt ten koste van de open delen. Meer paden in het bosgebied is niet wenselijk; eerder minder. Schuin hangende omgewaaide bomen blijven staan, mits ze geen direct gevaar vormen of erg hinderlijk in de weg liggen. Staand dood hout is waardevol voor allerlei diersoorten zoals insecten en vogels.

De natte grasveldjes
Er zijn drie veldjes nabij de Ruiterweg. Vanaf het moeras gezien worden ze steeds natter. Vroeger schijnt er nog wel vee te hebben gegraasd op bepaalde tijden. Om te voorkomen dat ze dicht groeien met populier en berk zullen deze veldjes jaarlijks gemaaid worden met een maaimachine die ook het Drentsche Aa-gebied maait. Soortenrijkdom wordt daardoor bevorderd. Langs de randen zijn braamstruwelen geen probleem, maar ook die zullen in bedwang moeten worden gehouden. Om de rust voor het wild te bevorderen zijn paden door dit gebiedje niet gewenst. De wilgenstruwelen mogen niet te groot worden. Een deel van de wilgen zal geregeld geheel terug gesnoeid tot nabij de grond. Op die manier is er ook jaarlijks weer ruimte voor allerlei broedvogels met wilgenstruwelen in diverse stadia. Snoeihout wordt afgevoerd naar de bosrand of door SBB afgevoerd. Een deel van het maaisel en het snoeihout willen we jaarlijks gaan gebruiken voor broeihopen t.b.v. reptielen aan de rand van de veldjes.



Middelste veldje

Het moeras
Het moeras is ook weer een stukje natuur met zo z'n eigen karakteristiek. Kinderen kunnen er heerlijk vies worden… Er bevinden zich prachtige mosbulten en diverse soorten andere planten. Er staan veel berken. In het voorjaar geuren de gele azalea's. Er staan ook veel dode bomen in die waardevol zijn voor allerlei dieren. Elfenbankjes en tonderzwam groeien er. Bonte spechten broeden er elk jaar en vervolgens benutten andere vogels en dieren die holen. Het moeras groeit geleidelijk dicht met lisdodde en andere oeverbeplanting. Het watert af op de Drentse Aa. Het moeras is geheel particulier terrein.



Moerasje

Beheerswerkzaamheden nodig
Als we de karakteristieke gebiedjes willen behouden dan zullen de beheersmaatregelen die hierboven staan nodig blijven. Als er niets wordt gedaan zullen stuifzand en heide zeer snel verdwijnen en er zal gemengd bos voor in de plaats komen. Wilt u een keer komen helpen bij het werk op zaterdagmorgen, dan bent u van harte welkom!



Vogelkersopslag van één groeiseizoen



Vanaf de glasbak bezien in 2015


Namens de werkgroep Schipborgezand,
Jan van Dijk












« Ieder zijn verhaal: Mascha van der Wal - Natuurwerkochtenden »