Menu

Vereniging Dorpsbelangen Schipborg

'Beleidsplan Openbare Verlichting' gemeente Aa en Hunze

In de aanloop naar het op te stellen 'Beleidsplan Openbare Verlichting' is op 7 oktober 2010 op het Gemeentehuis te Gieten een informatiebijeenkomst gehouden voor organisaties van dorpsbelangen in de gemeente Aa en Hunze. Door de gemeente was hiervoor 'Licht en Donker Advies' uitgenodigd, een onafhankelijk adviesbureau voor diensten en producten op het gebied van de verlichting van de openbare ruimte.

Doel informatiebijeenkomst
Doel van de informatiebijeenkomst was het, via de organisaties van dorpsbelangen, betrekken van de inwoners van de gemeente Aa en Hunze bij het opstellen van een Beleidsplan Openbare Verlichting. Dit niet alleen om een inbreng op basis van plaatselijke kennis mogelijk te maken, maar ook om de kwaliteit en daarmee het draagvlak voor het uiteindelijke document te vergroten. Het bureau ‘Licht en Donker Advies’ uit Arnhem is gevraagd de nodige achtergrondinformatie te verschaffen.

Waarom openbare verlichting?
Openbare verlichting is er om het leven in de openbare ruimte ook bij duisternis zo goed mogelijk te laten functioneren. Dit rekening houdende met:
- verkeersveiligheid en sociale veiligheid;
- energiezuinigheid, zo min mogelijk lichtvervuiling;
- milieuvriendelijkheid, minimale lichthinder voor mens, flora en fauna.

De nachten in Nederland zijn niet meer echt donker. Alleen op zeer afgelegen plaatsen in Nederland is er nog redelijk zicht op een heldere sterrenhemel mogelijk. De duisternis wordt verstoord door een massale inzet van kunstlicht. Tegen de hierdoor veroorzaakte aantasting van omgevingskwaliteit komt steeds meer weerstand. Bij het opstellen van een beleidsplan voor de openbare verlichting kan daarom donkerte als uitgangspunt worden gekozen. Alleen waar dat echt moet, is dan plaats voor openbare verlichting.

Getallen openbare verlichting
Op het moment telt Nederland ruim vier miljoen openbare lichtpunten, iets minder dan één lichtpunt per vier inwoners. Het gemiddeld energieverbruik is ongeveer 50 kWh per persoon per jaar. Ter vergelijking: het gemiddelde energieverbruik voor binnenhuisverlichting in Nederland is rond de 500 kWh per persoon per jaar.
In de gemeente Aa en Hunze staan 6.600 openbare lichtpunten, de helft binnen en de helft buiten de bebouwde kom. Ook hier dus iets minder dan één lichtpunt per vier inwoners. Het gemiddelde energiegebruik is, als gevolg van het bestaande beleid op het gebied van energiezuinigheid en verlichtingsoort, slechts ongeveer 30 kWh per persoon per jaar.

Geplaatst op 14/10/2010

Bij een totale weglengte in Nederland van ruim 141.000 km zijn er rond 28 lichtpunten per km. Al deze lichtpunten branden gemiddeld 4100 uur per jaar, iets meer dan 11 uur per dag. In de gemeente Aa en Hunze is dat niet wezenlijk anders. Uit bevolkingsonderzoek blijkt dat om 01:00 uur in de nacht nog maar een paar procent van de bevolking niet in bed ligt. De openbare verlichting brandt gedurende de nacht dus voor maar erg weinig mensen!

Veiligheid openbare verlichting
-Verkeersveiligheid
Voor de verkeersveiligheid is er, als gevolg van het grote verschil in eigen verlichting, een groot verschil tussen gemotoriseerd verkeer en fietsverkeer. Waar het voor het gemotoriseerd verkeer, behoudens op belangrijke wegenknooppunten, niet van wezenlijk belang lijkt wegen buiten de bebouwde kom van openbare verlichting te voorzien, ligt dat voor het fietsverkeer duidelijk anders. Het gaat dan niet alleen om het kunnen zien van de weg, maar ook om het gezien worden door andere verkeersdeelnemers. Voor fietsers in het landelijke gebied komt er in het najaar dan nog het probleem bij van de slechte zichtbaarheid van fietspaden door de afgevallen boombladen. Voordat gedacht wordt aan het verlichten van fietspaden buiten de bebouwde kom, kan wellicht eerst beter gekeken kunnen worden naar verbeteringen van de verlichting van de fietsen zelf. Met de achterlichten is dat sedert de invoering van LED-lampjes daar op batterijen al goed voor elkaar, maar voor de voorlampen is van een overgang op dynamo-onafhankelijke verlichting nog niet echt sprake.

-Sociale veiligheid
Ingebakken in de menselijke natuur is een gevoel van onveiligheid bij duisternis. Toch staat het in onze huidige maatschappij niet bij voorbaat vast dat de sociale veiligheid bij duisternis wezenlijk anders is dan bij daglicht. Onderzoeken in die richting wijzen veel meer op de betekenis van sociale controle, het aantal mensen dat op een bepaalde plaats op een bepaald moment van de dag aanwezig is. Er is geen reden om aan te nemen dat bijvoorbeeld een fietsster op een eenzame weg bij daglicht minder risico's zou lopen dan op eenzelfde eenzame plaats bij heldere openbare verlichting. Het is zelfs niet ondenkbaar dat de eenzame fietsster bij het ontbreken van openbare verlichting bij duisternis zelfs minder risico's loopt! Dat de zaken gevoelsmatig precies anders om liggen doet niet ter zake.
Duidelijk is wel dat de sociale veiligheid van woonhuizen door goede verlichting bevorderd kan worden. Om die reden zal de aanwezigheid van openbare verlichting in concentraties van woonhuizen, zoals in steden en dorpen, de sociale veiligheid zeker ten goede komen.

Energiezuinige openbare verlichting
Een energiezuinige openbare verlichting is er op gericht met een minimaal energieverbruik een zo goed mogelijke verlichting van de openbare ruimte te bereiken. Zo goed mogelijk betekent een verlichtingsniveau, waarin de meeste mensen (jong en oud) een voldoende zicht hebben op de openbare ruimte. Dit niveau is afhankelijk van twee factoren: de hoeveelheid licht en de gelijkmatigheid van dit licht. In de praktijk is dat bijvoorbeeld in 2009 aan de Borgweg in Schipborg gebleken. Uitbreiding van het aantal lichtmasten en de inzet van gelijkmatiger licht verspreidende lampen gaf de indruk van een sterke toename van het verlichtingsniveau, waar in feite de echte hoeveelheid licht met ongeveer de helft was afgenomen! Waartoe een gelijkmatiger spreiding van licht kan leiden is voor een ieder waarneembaar in heldere nachten met volle maan. Op een laag lichtniveau, maar met een maximale gelijkmatigheid, lijkt het zicht haast net zo goed als bij daglicht!
Naast de hoeveelheid licht en de gelijkmatigheid daarvan is ook de kleurensamenstelling van het licht van belang. In de nacht kijken we in hoofdzaak met de staafjes in het netvlies van onze ogen. Kleuren kunnen we daarmee niet onderscheiden. Toch blijkt de lichtgevoeligheid van deze staafjes sterk afhankelijk van de lichtkleur die wordt aangeboden. Voor oranje licht (de klassieke natriumlampen) of voor paars licht zijn de staafjes veel minder gevoelig dan voor groen licht. Voor het energieverbruik betekent dit, dat in principe bij groen licht met een lager lichtniveau volstaan zou kunnen worden en dus een lager energieverbruik.

Milieuvriendelijke openbare verlichting
Op het gebied van de openbare verlichting is een veelheid aan producten voorhanden. Masten zijn er in aluminium, staal en hout. Armaturen onderscheiden zich vooral in gebruikersgemak (verwisselen lampen, schoonmaken) en de mate waarin het licht daar gebracht wordt waar het nodig is (gelijkmatigheid en geen heelalverlichting). Lampen zijn er als standaard met een levensduur (tijd waarin de lichtopbrengst niet beneden een vooraf vast te stellen niveau daalt) van 3 tot 5 jaar, long-life lampen met een viermaal langere levensduur en LED-lampen met een veronderstelde levensduur van meer dan 20 jaar. Bij het kiezen van de juiste producten speelt naast duurzaamheid (waaronder het energieverbruik van de totale productiecyclus) uiteraard ook de prijs een rol. Alhoewel bijvoorbeeld de LED-lampen ongeveer 30 % minder energie verbruiken dan de long-life lampen, bedragen de kosten ervan op dit moment nog ruim het viervoudige. Daar komt dan nog bij, dat de gelijkmatigheid van de LED-lampen nog niet op eenzelfde peil lijkt.
De gebruikelijke typen lichtmasten hebben op dit moment een levensduur van ongeveer 40 jaar. De armaturen gaan normaal gesproken ongeveer 20 jaar mee. Er moet dus gerekend worden op twee armaturen per lichtmast, waarbij de tweede armatuur uiteraard van een nieuwer type zou kunnen zijn, met bijvoorbeeld een verder optimalisatie van gelijkmatigheid en lichtkleur.

Slotwoord
Het plaatsen of verwijderen van openbare verlichting vereist een zorgvuldige overweging, waarbij verschillende factoren moeten worden afgewogen. Welke keuzen daarbij ook gemaakt worden, de levensduur van de voor verlichting van de openbare ruimte te gebruiken producten zal er toe leiden, dat het voor vijf jaar vast te stellen Beleidsplan Openbare Verlichting van de gemeente Aa en Hunze door zal werken over een aanzienlijk langere periode.

Paul Hagel

« Informatieavond inrichting Strubben Kniphorstbosch - Boekenmarkt Schipborg 2010 »